Al weken geen regen: extra droogtemaatregelen

Wanneer waterstanden in een bepaald gebied te veel zakken, kan het waterschap verbieden om water uit sloten en beken te gebruiken voor bijvoorbeeld beregening. De lagere waterstand kan onder andere zorgen voor schade aan oevers en kades. Ook kan het verminderde water zorgen voor sterfte onder dieren en planten. Daarom geldt vanaf vandaag voor een aantal gebieden een verbod op het gebruik van water uit sloten en beken, ook wel een onttrekkingsverbod oppervlaktewater genoemd. Het laten drinken van vee, het bestrijden van brand en het vullen van spuitmachines met water uit sloten en beken is wel toegestaan, als er nog water is.    

De extra verboden gaan vanaf vrijdag 16 juni 9.00 uur in en gelden in de volgende gebieden: 

• Gebied 2 - ten noorden van het Wilhelminakanaal – verbod grasland 

• Gebied 3 - Dongevallei – totaal verbod 

• Gebied 5 - Stroomgebied van de Groote Leij en de Hultense Leij – totaal verbod 

• Gebied 6 - Molenleij, Bavelsche Leij en de Gilzewouwerbeek – totaal verbod 

• Gebied 10 - Brandse vaart en zijbeken – totaal verbod 

• Gebied 11 - Kibbelvaart, Lokkervaart en Bosloop– totaal verbod 

• Gebied 12 - Stroomgebied van de Molenbeek, Eldertsche Turfvaart, Bakkersberg leiding en de Enge Beek (excl. Molenbeek zelf) – verbod grasland 

• Waterloop 12w - Molenbeek (waterloop zelf) – verbod grasland 

• Gebied 15 - Bleekloop en Zoom – totaal verbod 

Kaart actuele onttrekkingsverboden

Wat doet het waterschap? 

Water vasthouden 

Waar mogelijk hebben we in ons hele werkgebied water vastgehouden. En zo ook de grondwaterstanden aangevuld. Met agrariërs en terreinbeheerders hebben we besproken hoe we samen zoveel mogelijk water vast konden houden. Ook in deze droge periode zetten we de stuwen hoger dan normaal. Op deze manier houden we zoveel mogelijk water vast. 

Vispassages 

Een andere maatregel om extra water vast te houden is het dichtzetten van vispassages in de vrij afwaterende gebieden. Dat is op dit moment bij de meeste passages het geval. Om een vispassage te laten werken is water nodig. Er moet water door de vispassage stromen. Vissen kunnen dan tegen de stroming door de vispassage zwemmen. Dit betekent dat door een vispassage ook water wegstroomt. Bij droge periodes sluiten we daarom vispassages. Daardoor kunnen we het water beter vasthouden. Dat is belangrijk voor de planten en dieren (zoals vissen en waterinsecten) die in het water leven, voor stevige oevers en voor de grondwaterstanden van de gebieden die ernaast liggen. Dat laatste is onder andere belangrijk voor de landbouw en natuur. Vissen maken vooral in het voorjaar gebruik van de vispassages voor hun voortplanting. In de zomer vispassages sluiten heeft dus weinig effect op de vissen.

Doorspoelen  

We proberen stroming in het water te houden. Dit doen we om het ontstaan van blauwalgen tegen te gaan. 

Als water te weinig stroomt, blijft water langer op dezelfde plek en warmt het sneller op. Hierdoor groeien blauwalgen sneller. Water met veel blauwalgen kunnen we niet de polders in laten stromen. De waterkwaliteit is dan onvoldoende en dit zorgt voor gezondheidsrisico's. Het water kan dan niet gebruikt worden voor beregening. Daarom proberen we stroming in het water te houden. Zo krijgen blauwalgen minder kans. En dat betekent het behoud van water van goede kwaliteit.  

Bewust met water 

Ondanks alle andere maatregelen zijn deze extra verboden voor het gebruik van water uit sloten en beken nodig. Het waterschap neemt verschillende maatregelen om water vast te houden. Maar iedereen kan bijdragen. Ga zuinig om met water, drinkwater én oppervlaktewater. Op onze droogtepagina vind je meer informatie over de droogte, bewust met water omgaan en droogtemaatregelen. 

Perceelwijzerapp 

Ontdek alle informatie over jouw agrarisch perceel in één handige gratis app: de Perceelwijzer. Actuele en betrouwbare gegevens over onttrekkingsverboden, regenverwachting, maaiplanning, waterpeilen, waterkwaliteit en meer. 

Download de Perceelwijzer app 

https://youtu.be/dRd9S2wof40