De Kracht van Hier

Over de centrale rol van decentraal bestuur

Regionale samenwerking heeft een unieke kracht en is in veel gevallen de motor voor het aanpakken van complexe, nationale vraagstukken. In ‘De Kracht van Hier’ laten Martijn van der Steen, Christiaan van der Kaaij en Joks Janssen aan de hand van Brabantse voorbeelden zien hoe lokale partijen samen oplossingen creëren die lokaal beginnen, maar nationaal impact hebben. De Brabantse cultuur van ‘gelijk-op-denken’ – waarin informele samenwerking en inhoudelijke verbinding centraal staan – vormt hierbij een cruciale succesfactor. Voorbeelden daarvan zijn het Grondwaterconvenant en Project Beethoven (rond de groei van ASML).

In het essay stellen de auteurs dat nationale uitdagingen – zoals woningbouw, klimaatadaptatie en stikstofproblematiek – niet moeten leiden tot regionale verlamming. Integendeel: door lokaal initiatief te nemen en Den Haag uit te nodigen om aan te sluiten kunnen regio’s hun eigen uitdagingen verder brengen én beweging brengen in vastgelopen nationale dossiers. Dit vraagt om een duidelijke keuze in de manier van samenwerken: gebeurt dat hiërarchisch, met het Rijk in een kaderstellende rol, of horizontaal, waarin regio en Rijk als gelijkwaardige partners opereren?

De kracht van hier is meer dan alleen een set praktische oplossingen. Het is een oproep aan regio’s om niet af te wachten, maar zelf initiatief te nemen en daarmee zowel lokaal verschil te maken als nationaal beleid te inspireren. Zoals in Brabant blijkt: wanneer streekholders samen optrekken, ontstaat er een beweging die verder reikt dan de regio alleen.

Dit essay is geschreven door de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) ter gelegenheid van het afscheid van Kees Jan de Vet als dijkgraaf bij waterschap Brabantse Delta. Twee gespreksdiners en een aantal gesprekken met verschillende betrokkenen vormen de inspiratie voor deze tekst.