Gebruik gewasbeschermingsmiddelen

Sloten hebben een belangrijke functie in de waterhuishouding. Ook sieren ze het landschap, zijn ze leefgebied voor planten en dieren en hebben ze recreatieve waarde voor de mens. Als agrariër, particulier of hobbytuinder met een perceel dat grenst aan oppervlaktewater wil je dat bodem en slootrand vrij blijven van overmatige begroeiing. Goed gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is daarbij erg belangrijk.

Risico's verkeerd gebruik

Goed gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is erg belangrijk. Bestrijdingsmiddelen (ofwel herbiciden) gaan niet selectief te werk en tasten ook goede begroeiing, wortels en het gras aan. Komen schadelijke stoffen in sloten en beken terecht? Dan heeft dit ernstige gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater en daarmee de flora en fauna en het grondwater. Ook kan onkruid resistent raken voor het middel, waardoor je steeds meer gif moet gebruiken.

Het afbranden van slootkanten (talud) gaat ten koste van waardevolle natuur. Die aanpak doodt simpelweg alles.

Welke regels zijn er?

Om mens en dier blijvend te laten genieten van sloten en slootkanten, is het belangrijk dat je ze duurzaam en milieuverantwoord onderhoudt. Belangrijk, maar ook verplicht. De Wetgeving is daar heel duidelijk over, zoals:

  • de Waterwet: hierin staat onder meer dat het verboden is om zonder vergunning schadelijke stoffen of verontreinigende afvalstoffen in oppervlaktewater te brengen.
  • het Activiteitenbesluit: legt op dat je onder voorwaarden pleksgewijs aan de waterkant bestrijdingsmiddelen mag gebruiken. En dat er tussen het gewas en de sloot een teeltvrije zone moet zijn (tevens een spuit- en bemestingsvrije zone).
  • de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb): doodspuiten van vegetaties in sloten is nagenoeg altijd verboden.

Ondernemers die de regels overtreden kunnen een boete krijgen. Ook doet het waterschap een verplichte melding aan de Europese Commissie Milieu. De Europese Commissie kan op basis daarvan inkomenssteun (deels) intrekken. Je krijgt immers alleen steun als je voldoet aan regels en wetten. 

Tips

  • Voor het onderhoud van slootkanten is verschraling de beste manier; je maait (handmatig of machinaal) telkens de begroeiing weg en voert het maaisel af. Zo voorkom je de groei van de belangrijkste probleemkruiden zoals akkerdistel, brandnetel en zuring. Omdat die verdwijnen, krijgen grassen en meerjarige kruiden de ruimte. Daardoor ontstaat er een sterker en dikker wortelpakket dat de slootkant steviger maakt en in de winterperiode verzakking voorkomt.
  • Het opslaan van mest, compost of groenafval langs de sloot mag als je dat op vijf meter vanaf de insteek van de sloot doet. Houd wel rekening met de regels die de gemeente hiervoor hanteert. De insteek is het punt waar het rechte vlak van jouw perceel overgaat naar het schuine deel van de sloot.
  • Spuit niet met bestrijdingsmiddelen als het hard waait (meer dan windkracht 3), en in het geval van pleksgewijze bestrijding altijd met een afschermkapje (wel laag boven de grond houden) om drift te voorkomen.
  • Mocht je een bestrijdingsmiddel willen toepassen, lees dan altijd eerst het etiket, en met name het Wettelijk Gebruiksvoorschrift op de verpakking van het bestrijdingsmiddel. Hierop staat of/en waar je het mag gebruiken. Als hier bijvoorbeeld ‘akkerranden' of ‘sloottaluds' niet bij staat, mag je het middel niet op die plaatsen gebruiken!
  • In de Keur van de drie Brabantse waterschappen staan onder meer regels voor het schoonhouden van een sloot, het aanleggen of dempen van sloten en het aanleggen van oeverbeschoeiing in de sloot.
  • Voor extra tips zie www.schoon-water.nl en www.agrarischwaterbeheer.nl.

Jaarlijkse controle

Ieder jaar controleert waterschap Brabantse Delta samen met de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) binnen de agrarische sector op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Dat gebeurt o.a. op de volgende aspecten:

  • het juiste gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden;
  • de aanwezigheid van de juiste teeltvrije zone;
  • vereiste afstand van de spuitboom tot het gewas;
  • toepassing van de verplichte driftarme spuittechniek;
  • gebruik van juiste spuitdoppen en kantdoppen;
  • het vullen van de veldspuit naast de sloot;
  • wegstromen van vervuild water van land en/of erf in de sloot.