Interview met Joey Braat, boswachter Ecologie, over de Westelijke Langstraat
Joey Braat is bijna vijf jaar boswachter Ecologie bij Staatsbosbeheer. Zijn werkgebied ligt in West-Brabant. Daardoor is hij ook werkzaam in de Westelijke Langstraat, een gebied wat hij al tijdens zijn stage bij Staatsbosbeheer leerde kennen. In de maand september worden met name maaiwerkzaamheden uitgevoerd op de schraallanden van Staatsbosbeheer bij de Eendenkooi en bij Labbegat 1 en 2. Deze gronden heeft Staatsbosbeheer al eerder, rond de eeuwwisseling, opnieuw ingericht.
Meer schraalland nodig
Joey vertelt: “De Westelijke Langstraat is voor mij een bijzonder project. Ik kom er al lang. De laatste jaren hebben we intensief ingezet op het gebied. We proberen enorm om de zeldzame soorten van vroeger te herstellen. Het herstellen van het kwel is echt nodig om de verzuring en verdroging tegen te gaan. Er komen anders zoveel dominantere soorten zoals riet en grassen in het gebied. Deze verdrukken de kwetsbare zeldzame soorten die hier van oudsher voorkomen. Meer hectares schraalland zijn nodig om de populaties zeldzame soorten robuuster te maken.”

Maaien voor mooi kleurenpalet in mei/juni
Het mooiste jaargetijde in de Langstraat ligt rond mei en juni. Dan bloeien de planten en orchideeën. “Dat is het echt een mooi kleurenpalet”, vertelt Joey. “Nu zie je daar weinig van omdat we aan het einde van het groeiseizoen zitten. We gaan werkzaamheden uitvoeren zoals maaien, zodat je daar straks in mei en juni het resultaat van ziet. Dat maaien voeren we heel september uit en noemen we verschralen. We halen het maaisel van de percelen af. Dat doen we om gras en riet niet te dominant te laten worden om de planten in het voorjaar weer omhoog te kunnen laten komen. Ook halen we zo veel voedingsstoffen weg. Want de soorten die er van oorsprong staan, groeien onder schrale omstandigheden.”
Bijzondere soorten
Bijzondere soorten in de Langstraat zijn bijvoorbeeld de Gele Zegge, de Spaanse Ruiter, Rietorchis en de Welriekende Nachtorchis. Joey: “Die soorten zijn zeldzaam. De Gele Zegge komt maar op een aantal locaties in Nederland voor. Het is ook een indicator voor kalkmoeras. Als het kwelwater terug komt, gaat hij steeds beter groeien. We moeten hem echt koesteren op de plekken waar we hem nog hebben.” Niet alles wordt gemaaid. Sommige blokken worden gespaard omdat bepaalde plantensoorten pas na september zaad zetten. Ook wordt aan de insecten gedacht zodat deze nog een locatie hebben om te overwinteren. Bijvoorbeeld (de eitjes van) vlinders en sprinkhanen.
Aandacht voor modderkruiper
Naast het maaien van percelen is er aandacht voor de sloten. “In de sloten leeft de grote modderkruiper. Dit is een beschermde Europese vissoort”, vervolgt Joey zijn verhaal. “ In Nederland komen ze op een aantal plaatsen voor, maar de Langstraat telt een groot aantal. De eerste drie meter van de insteek van de sloot wordt niet gemaaid omdat ze daar vaak de eitjes afzetten. En het maaisel wat uit de sloot komt wordt ook aandachtig op modderkruipers gecontroleerd.”
Gele Zegge
Joey sluit af: “Het project Natuurontwikkeling Westelijke Langstraat is voor mij geslaagd als de percelen zijn ingericht en de zeldzame soorten uitbreiden. Als we echt zien dat de verzuring en verdroging teruggedrongen worden. Dat zien we dan aan de soorten die voorkomen in de Langstraat. Ik hoop vooral dat de Gele Zegge het goed gaat doen. Als die er staat, staan er vaak ook veel andere zeldzame soorten.”
Meer weten?
Bekijk Joey dan in het filmpje over natuurherstel in Brabant.