Vraag en antwoord maaionderhoud

Vragen? We helpen je graag. Staat jouw vraag niet onderstaand overzicht? Vul ons online contactformulier in of neem tijdens kantooruren telefonisch contact met ons op via 076 564 1000.

Waarom maaien we?

Door de bodem en oevers van beken en sloten te maaien, voorkomen we dat deze dichtgroeien en blijft het water goed doorstromen. Dit helpt om wateroverlast te voorkomen en zorgt voor voldoende zuurstof in het water, wat essentieel is voor planten en dieren. Daarnaast maaien we ook onderhoudspaden om het werk veilig en efficiënt te kunnen uitvoeren. Stromend water is van belang voor plant en dier: het zorgt voor zuurstof in het water. Naast de bodem en oevers of slootkanten maaien we ook naastgelegen onderhoudspaden om de maaiwerkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren. 

Wat onderhouden we?

Waterschap Brabantse Delta onderhoudt de A-watergangen. Heb je een B- of C-watergang op je terrein? Dan ben je zelf verantwoordelijk voor het onderhoud.

Niet alles is gemaaid, waarom?

Het ecologisch maaien draait om biodiversiteit. Door gedeeltelijk (gefaseerd) te maaien laten we stukken staan. Zo zorgen we dat er altijd bloemen en dus voedsel en schuilgelegenheid is voor de insecten en andere dieren. Daarnaast geven we bloemen en planten de tijd om verder te groeien en dus zaden te maken. Hierdoor ontstaat er een ideale leefomgeving voor nog veel meer dieren. 

Wat is de gedragscode bestendig beheer en onderhoud?

Een gedragscode voorkomt dat de waterschappen iedere keer voor hun beheer- en onderhoudswerkzaamheden omgevingsvergunningen moeten aanvragen bij de provincies. De gedragscode is van toepassing op een breed scala van werkzaamheden die de waterschappen uitvoeren, zoals het maaien van oevers en keringen, schonen en baggeren van watergangen, onderhoud aan stuwen en gemalen.

Waarom is er nu een nieuwe gedragscode?

Een gedragscode geldt voor vijf jaar. Daarna moet deze worden vernieuwd. De vorige gedragscode liep per 31 december 2024 af. Daarnaast heeft de invoering van de Omgevingswet  ervoor gezorgd dat een omzetting van de gedragscode nodig was. Verder is de toepassing van regelgeving rond natuur strenger geworden. Ook dit zorgde ervoor dat de oude gedragscode niet langer kon worden doorgezet. Een striktere toepassing van de wet leidt tot strengere regels voor gedragscodes, er mag minder. Bijvoorbeeld op het gebied van maaien: de klepelmaaier mag alleen nog maar bij uitzondering worden gebruikt. 
 

Wat wordt er anders met de nieuwe gedragscode?

Door de komst van de Omgevingswet en de striktere regelgeving zijn er zaken veranderd in de nieuwe gedragscode. Bij toepassing van de habitatbenadering is het verplicht om vegetatie te sparen in en langs de watergang. Ook is in het broedseizoen locatiebezoek nodig om broedende vogels meer te ontzien. De habitatbenadering is geconcretiseerd en inhoudelijk verbeterd, zo is het verplicht om vegetatie te sparen in de winter. Hier profiteren onder druk staande soorten, zoals kleine marterachtigen, zangvogels, roofvogels en uilen van. De datum van het ‘wisselen van oever’ is vastgesteld op 15 juli. Hiermee wordt geregeld dat de oever die met de meeste begroeiing het broedseizoen ingaat, en dus de meeste broedvogels trekt, pas na het broedseizoen wordt gemaaid. De exacte datum is weersafhankelijk en effecten moeten door een ecologische deskundige worden bepaald.

Voor een aantal zeer zeldzame soorten is een meldplicht ingevoerd voordat maatregelen kunnen worden uitgevoerd. En maaien met de klepelmaaier mag niet langer overal en altijd. Er wordt onderzoek uitgezet om te bepalen onder welke omstandigheden klepelen ecologische voordelen biedt. 

Wat houden de cijfers onder 'maaien' in de Perceelwijzer in?

Binnen het ecologisch maaien maken we gebruik van verschillende maatregelen. Deze maatregelen geven aan hoe een beek of sloot gemaaid wordt. In de Perceelwijzer wordt dit aangegeven met een cijfer. In Maatregelen Maaibestek.pdf lees je welk cijfer bij welke maatregel hoort, en wat dit inhoudt.

Wat gebeurt er met het maaisel langs landbouwpercelen?

Het maaisel dat vrijkomt bij watergangen langs landbouwpercelen wordt op het perceel gelegd en door de betreffende grondgebruikers verder verwerkt.

Wat gebeurt er met het maaisel?

Het maaisel waar waterschap en/of gemeente een afvoerplicht hebben wordt in samenwerking met een erkende verwerker op een duurzame manier verwerkt. Wordt een berm of watergang grenzend aan jouw perceel gemaaid en wil je het maaisel gebruiken? Vul dan het contactformulier in of neem telefonisch contact op via 076-5641000. In overleg worden de mogelijkheden besproken.

Hoe lang blijft het maaisel liggen?

Het maaisel waar waterschap en/of gemeente een afvoerplicht hebben blijft tussen de twee en zeven dagen liggen. Hierna wordt het verzameld en afgevoerd. We nemen het maaisel niet direct mee vanwege de ecologie. Door het minimaal twee dagen te laten liggen krijgen beestjes de kans uit het maaisel te kruipen en heeft zaad van kruiden en bloemen tijd om te vallen.

Wat gebeurt er met jacobkruiskruid?

Er is geen aparte bestrijding op jakobskruiskruid. Wil je meer weten over ons standpunt? Bekijk die dan hier

jacobskruiskruid

Blijft het maaisel overal tussen de twee en zeven dagen liggen?

Nee. Op plekken waar dit niet mogelijk is voeren we het maaisel direct af. Denk hierbij aan:

  • Bebouwde kom;
  • Binnen 500 meter van een overstort;
  • In ongemaaide bermen (bermen met hoog gras);
  • Bij zichthoeken en bermstroken (1e meter langs de weg) die in het voorjaar extra worden gemaaid;
  • Bij ongewenste vegetatie.

Wat gebeurt er als een berm voor een gevaarlijke of onoverzichtelijke situatie zorgt?

We houden ten alle tijden rekening met de verkeersveiligheid. De eerste meter langs een weg wordt daarom wél gemaaid en ook de zichthoeken bij gevaarlijke kruispunten om de veiligheid te waarborgen. Kom je een locatie tegen waar de berm zorgt voor een onveilige en onoverzichtelijke situatie? Geef dit dan door via het online contactformulier of tijdens kantooruren telefonisch via 076 564 1000. We kijken dan of de berm op die locatie zorgt voor een belemmering in de verkeersveiligheid.

Mag ik zelf de berm voor mijn huis maaien?

Nee, het is niet de bedoeling dat inwoners of agrariërs zelf de bermen gaan maaien. Deze bermen zijn namelijk erg belangrijk voor de insecten en dieren en hiermee verstoor je hun leefgebied. Heb je hinder van de berm voor je woning? Geef dit dan door via het online contactformulier of tijdens kantooruren telefonisch via 076 564 1000. We kijken samen dan naar een geschikte oplossing.

Wanneer starten de maaiwerkzaamheden?

Datum

Wat

Toelichting

1 mei tot 1 juni

  • Maaien op kleigrond zichthoeken, bermstroken, watergangen en sommige specifieke locaties.

Voor verkeersveiligheid , watergangen voor noodzaak aan- en/of afvoer. Specifieke locaties worden gemaaid omdat dat voor specifiek gebruik nodig is.

1 juni tot 16 juli

  • Maaien van veel watergangen en -partijen.
  • Maaien op zandgronden de zichthoeken en bermstroken. Specifieke locaties ook bermen en grasvelden.

Watergangen en -partijen voor noodzaak aan- en/of afvoer. Bermstroken en zichthoeken voor verkeersveiligheid.  Specifieke locaties omdat anders het gras te hoog wordt.

16 juli tot 1 september

  • Maaien watergangen.
  • Maaien gras op specifieke locaties.

Maaien watergangen voor noodzaak aan- en/of afvoer water. Maaien gras omdat dat voor specifiek gebruik nodig is.

1 september tot 1 november

  • Maaien bijna alle watergangen en -partijen, bermen en grasvelden.

Bijna alle grassen en bloemen hebben hun zaden verspreidt. Vooral watergangen op zandgrond worden maar 1 keer in de 2 jaar in deze periode gemaaid.

Overal waar mogelijk is, wordt een deel van de vegetatie gespaard, tot de laatste uitvoeringsperiode. In de laatste periode wordt ook zoveel mogelijk, maar wel minder gespaard.

De informatie die je zocht niet gevonden? 

We helpen je graag! Vul ons online contactformulier in of neem tijdens kantooruren telefonisch contact met ons op via 076 564 1000.